Uitvoering vaststellingsovereenkomst bij overlijden werknemer
Eind vorig jaar heb ik een cliënt bijgestaan waarbij het contract op een abrupte en onverwachte wijze werd afgebroken. Graag vertel ik jullie daar meer over in deze nieuwsbrief.
De situatie
Huub werkte al geruime tijd bij een bakker, naar tevredenheid van hem en zijn werkgever. Op een goed moment vraagt de werkgever in een gesprek met Huub of hij wil meewerken aan de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. De reden hiervoor was omdat het door de coronacrisis niet goed ging met de zaak. De vraag van de werkgever overviel Huub. Hij had altijd veel en goed werk geleverd, waarom nu ontslag? En klopte het financiële argument wel dat de werkgever gaf?
Huub besloot de onderhandeling over een vaststellingsovereenkomst aan te gaan met zijn werkgever. Na een langdurige en moeizame onderhandeling kwamen partijen uiteindelijk tot een vergelijk. Eind november 2020 tekenen betrokkenen de vaststellingsovereenkomst om de arbeidsovereenkomst van Huub per 1 januari 2021 bij de bakkerij te beëindigen.
Een week na het tekenen van de vaststellingsovereenkomst ontvang ik een email van de vrouw van Huub. Hij is waarschijnlijk van een trap gevallen, niemand heeft het echter gezien. Zijn hersenletsel was zo heftig dat hij een dag later in het ziekenhuis is overleden.
Volgens het Burgerlijk Wetboek eindigt de arbeidsovereenkomst van rechtswege bij de dood van werknemer. Dit zou betekenen, dat de arbeidsovereenkomst van Huub al op 7 december is geëindigd, dus voordat de datum van 1 januari 2021 is bereikt. Kunnen de nabestaanden dan nog wel aanspraak maken op de beëindigingsvergoeding?
In dit geval was hierover geen afspraak gemaakt in het vaststellingsovereenkomst, doch werkgever was bereid het vaststellingsovereenkomst uit te voeren. De nabestaanden ontvingen dus de overeengekomen beëindigingsvergoeding.
Had werkgever dat niet gedaan, dan hadden de erfgenamen van Huub dit met een beroep op de jurisprudentie kunnen claimen. In het vaststellingsovereenkomst stond namelijk niet, dat de arbeidsovereenkomst op 1 januari 2021 nog moest bestaan om de aanspraak op de beëindigingsvergoeding te behouden.
Tips
1. Om te voorkomen dat er onduidelijkheid is over het uitbetalen van de beëindigingsvergoeding bij eer voortijdig overlijden van de werknemer is het goed om hierover een bepaling op te nemen in het VSO;
2. Hebben partijen hierover geen afspraak gemaakt of is deze niet duidelijk, dan is het goed een juridisch adviseur in te schakelen voor hulp in de concrete situatie.
Herken je de casus en wil je nadere informatie over hoe te handelen? Bij vragen kunt u altijd vrijblijvend contact met me opnemen.
Inhoud
Terugbelverzoek
Links