Vervaltermijn transitievergoeding
Bent u het niet eens met uw ontslag? Dan is het belangrijk om rekening te houden met de vervaltermijnen bij ontslag en bij vervaltermijn transitievergoeding. Ik leg u graag uit hoe het zit.
In juli 2015 is het arbeidsrecht vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek ingrijpend gewijzigd. Vanaf die datum staan er verschillende vervaltermijnen in de wet, die van belang zijn bij ontslag. Een voorbeeld daarvan is de vervaltermijn transitievergoeding, of vervaltermijn bij ontslag op staande voet.
Een vervaltermijn heeft tot gevolg, dat de werknemer of werkgever binnen een bepaalde periode in actie moet komen om een aanspraak niet te laten verlopen. Deze periode is meestal twee maanden. Als de vervaltermijn voorbij is kan de wederpartij niet meer worden aangesproken, het recht kan namelijk niet worden gestuit en is per direct vervallen.
Verjaringstermijn
Naast vervaltermijnen bestaan ook verjaringstermijnen. Verjaringstermijnen zijn over het algemeen vijf jaar. Deze verjaringstermijn geldt bijvoorbeeld bij een loonvordering. Dit is dus als de werknemer van oordeel is dat hij te weinig salaris heeft ontvangen en het achterstallig loon wil vorderen. Of de verjaring van de bovenwettelijke vakantiedagen. Ook hiervoor geldt een termijn van vijf jaar.
Vervaltermijn van twee maanden
De vervaltermijn van twee maanden geldt bijvoorbeeld bij een ontslag op staande voet. De werknemer moet binnen twee maanden een verzoekschrift bij de kantonrechter indienen om zijn rechten niet te laten verlopen, wanneer hij:
- Nietigheid van het ontslag wil inroepen
- Herstel van zijn arbeidsovereenkomsten wil aanvragen
- Een billijke vergoeding wil aanvragen
Als vuistregel is het goed om bij ontslag sowieso die vervaltermijn van twee maanden in gedachten te houden. De termijn geldt bijvoorbeeld ook als de werkgever niet de correcte opzegtermijn in acht heeft genomen. Of als de wederindiensttredingsvoorwaarde door de werkgever wordt geschonden. Dat wil zeggen dat de werkgever het werk waarvoor de werknemer ontslagen is binnen 26 weken na ontslag weer voorhanden heeft, doch de werknemer het werk niet heeft aangeboden.
Vervaltermijn van drie maanden
De vervaltermijn transitievergoeding duurt drie maanden. Deze vervaltermijn transitievergoeding geldt bij onenigheid over de uitbetaling van de transitievergoeding. Omdat de transitievergoeding uiterlijk een maand na ontslag moet worden uitbetaald, start de vervaltermijn transitievergoeding op de ontslagdatum.
Hetzelfde geldt als de werkgever niet aan zijn aanzegverplichting voldoet. De aanzegverplichting geldt bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De werkgever dient de werknemer een maand voor de einddatum schriftelijk te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Als de werkgever dit niet of te laat doet bestaat aanspraak op een schadevergoeding van maximaal één maandloon. De werknemer dient binnen een termijn van drie maanden na het ontstaan van de aanzegverplichting een verzoekschrift bij de kantonrechter in te dienen om de schadevergoeding te vorderen.
Hulp nodig bij ontslag?
Door het tijdig indienen van een verzoekschrift bij de kantonrechter kan het verval van de termijn worden voorkomen. Dit betekent dat alle betrokkenen dus snel in actie moeten komen bij ontslagzaken en/of het veiligstellen van rechten. Het laten verlopen van de termijn is fataal, waardoor op later moment niet alsnog hierover kan worden geprocedeerd.
Met het oog op uw belangen is het goed om uw ontslag te laten begeleiden door een ter zake deskundige. Zoekt u hulp bij ontslag? Bij vragen kunt u uiteraard altijd contact met mij opnemen.
Inhoud
Terugbelverzoek
Links